Respecteren, Investeren en Opkomen

Drie basisacties voor kinderrechten

Door kinderen te leren over kinderrechten, help je hen bij het ontwikkelen van specifieke waarden, gedrag en vaardigheden die ze nodig hebben om hun rechten te verdedigen en om te zetten in de praktijk. Op deze manier leren kinderen en jongeren samenwerken, hun verantwoordelijkheid op te nemen en zichzelf en anderen te verdedigen. Ze ontdekken de rijkdom van diversiteit, omgaan met verschillen en gelijkenissen. En ze leren respect op te brengen en solidariteit te tonen met anderen.

Om kinderrechten succesvol toe te passen moeten drie basisvoorwaarden vervuld zijn:

  • Respecteren

Je weet welke rechten kinderen en jongeren hebben. Je respecteert en past deze rechten zelf toe in je dagelijkse klaspraktijk en je omgang met leerlingen in de school.

  • Investeren 

Je probeert er mee voor te zorgen dat alle kinderen en jongeren de rechten van de anderen binnen de school en daarbuiten respecteren en toepassen.

  • Opkomen 

Je promoot kinderrechten zodat anderen ze ook respecteren met als doel ervoor te zorgen dat alle kinderen van hun rechten kunnen genieten. Zowel binnen de school als daarbuiten.

Universaliteit

Kinderrechten : overal ter wereld, vandaag en morgen

Kinderrechten zijn universeel: ze zijn van toepassing op alle kinderen tussen 0 en 18 jaar. Hier, elders in de wereld, vandaag en ook morgen. Kinderen hebben vandaag rechten omdat ze volwaardige personen zijn, net als volwassenen. Hun rechten moeten gerespecteerd en verdedigd worden om zo een duurzame, solidaire samenleving te creëren waarin iedereen een plaats vindt.

Het kinderrechtenverdrag beschouwt de rechten van het kind als één geheel. Alle kinderrechten zijn van even groot belang, en ze zijn onderling afhankelijk. Het recht van kinderen om mee te beslissen over hun leven, wordt in het Kinderrechtenverdrag geïntroduceerd.

Rekenschap

Welke rol spelen overheid en staat?

Wanneer een kind ervaart dat zijn rechten geschonden worden of in gevaar zijn, moet het dat ergens kunnen melden: bij de ouders, op school, bij justitie. De klacht van het kind moet concrete gevolgen krijgen. We dragen verantwoordelijkheid om de rechten van dat kind te verdedigen en te zorgen dat ze gerespecteerd worden.

Op staatsniveau moet België zich te allen tijde kunnen verantwoorden over het gevoerde beleid ten aanzien van de rechten van het kind. De kinderrechtencommissaris ziet toe op het beschermen van de rechten en de belangen van kinderen in België. Het Vlaams Kinderrechtencommissariaat detecteert signalen van kinderen, jongeren en professionals. Het bemiddelt, onderzoekt klachten en adviseert het beleid. Altijd met het oog op de naleving en toepassing van kinderrechten in Vlaanderen.

Ook binnen een schoolcontext is het belangrijk om een klachtenprocedure te installeren voor het geval bepaalde kinderrechten niet of onvoldoende worden nageleefd

Ondeelbaarheid

De rechten van het kind: één geheel en onderling afhankelijk

Het kinderrechtenverdrag is:

  • universeel (geldig voor alle kinderen)
  • onvervreemdbaar (je kan geen rechten ontnemen aan een kind)
  • ondeelbaar (alle rechten zijn even belangrijk).

Het gaat om een juridisch bindende tekst die van toepassing is op internationale schaal en die alle kinderrechten groepeert. Het verdrag bevat:

  • burgerrechten (vb. Het recht op nationaliteit, op een naam, een land, een identiteit en op geboorteregistratie)
  • politieke rechten (vb. het recht op vrije meningsuiting, het recht om gehoord te worden)
  • economische rechten (vb. het recht op bescherming tegen uitbuiting of kinderarbeid)
  • sociale rechten (vb. recht op onderwijs)
  • culturele rechten (vb. het recht op vrije tijd en spelen)

Alle kinderrechten moeten op gelijke voet behandeld worden. Ze zijn stuk voor stuk even belangrijk. Om het de overheid makkelijker te maken, is het kinderrechtenverdrag opgedeeld in drie categorieën rechten:

  1. Rechten gelinkt aan voordelen. Het gaat om het recht op bepaalde diensten of voorzieningen. Bijvoorbeeld: naam en nationaliteit, gezondheidszorg, onderwijs, ontspanning, recreatie, aangepaste zorgen voor kinderen met een beperking en ondersteuning voor kinderen zonder ouders.
  2. Rechten gelinkt aan bescherming tegen gevaar. Bijvoorbeeld: een kind niet van de ouders weghalen, het niet inlijven bij het leger, het niet commercieel of seksueel uitbuiten of blootstellen aan fysiek of psychisch geweld.
  3. Rechten gelinkt aan participatie, waarbij kinderen gehoord worden bij het nemen van beslissingen die hen aangaan. Naarmate het kind ouder wordt, moet zij/hij de kans krijgen om vrij deel te nemen aan sociale activiteiten. Zij/hij maakt actief deel uit van het opbouwen van de samenleving om zich heen en legt fundamenten voor later. Bijvoorbeeld: vrijheid van meningsuiting, cultuur, religie en taal.