De school als democratische gemeenschap

Een leerlingenraad op school is natuurlijk een goed instrument om de betrokkenheid van leerlingen aan het schoolgebeuren te verhogen, aangezien het de taak is van het onderwijs om leerlingen te laten opgroeien tot kritische wereldburgers. Maar leerlingen spenderen ook heel veel uren in de klas.

Daar wordt heel veel van hen verwacht en daar willen leerlingen iets over te zeggen hebben. Bovendien nemen in leerlingenraden vooral de mondigste en meest gemotiveerde leerlingen het voortouw. Op klasniveau kunnen leraren iedereen betrekken en een stem geven.
 

Het is de taak van de leerkracht om af te stemmen met de leerlingen waarover ze inspraak zullen krijgen. De ene klas wil mee nadenken over de leerinhouden, de andere klas zegt ‘daar wordt de leraar voor betaald’. Leerkrachten moeten ook beseffen dat niet elke leerling dolenthousiast is om over alles mee te denken. Voor de meeste leerlingen is inspraak krijgen ook nieuw en moeten de leerlingen hierin groeien. Leerlingen voor het eerst inspraak geven, is ook best spannend. Leerkrachten moeten durven loslaten, en op voorhand weten ze niet wat de uitkomst van het proces zal zijn.

Sleutels tot succes

Twee randvoorwaarden moeten steeds vervuld zijn, om participatief aan de slag te gaan. De eerste is ‘betrokkenheid’. Is de leraar echt geïnteresseerd in de mening van de leerlingen? Als dat niet zo is, komt hij of zij gekunsteld over. Bij veel klassen staat bovenaan: voelen we ons welkom in de klas, is er interesse van de leraar in mij als persoon? Zolang leerlingen dat niet voelen, heeft inspraak geven geen zin. De tweede succesfactor is ‘structuur’: veel leraren associëren participatie in de klas met de controle afgeven, maar structuur bieden is net heel belangrijk. Leraren moeten zoveel mogelijk begeleiden en verduidelijken wat ze van leerlingen verwachten. Leerlingen gruwelen van de chaos en het rumoer die anders ontstaan. De leraar is nog altijd ‘in charge’. Inspraak geven en je klasmanagement op orde houden, sluiten elkaar niet uit.

Begin ook klein en wees goed voorbereid. Als de leerlingen enthousiast zijn, neemt de motivatie van leraren toe. Na een tijdje krijgen ze het gevoel dat ze samen iets creëren.

Begin bij waar je je goed bij voelt

Leraren die nog wat aarzelen, kiezen eerst voor een methode waarbij ze de touwtjes in handen houden en evolueren daarna verder als ze dat willen. Bij de tools waarbij leerlingen inspraak krijgen over de manier van evalueren of straffen en belonen in de klas bijvoorbeeld is de uitkomst minder voorspelbaar. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de ‘participatiegraden van Hart’ zodat leraren bewust en planmatig kunnen kiezen. De leraar zegt: ‘ik doe een bevraging omdat ik wil weten wat jullie belangrijk vinden, ik bekijk thuis de resultaten en ik laat weten wat ik ermee zal doen’. Dat is een lagere participatiegraad dan ‘we bekijken samen de resultaten en beslissen samen’. Maar beide zijn oké.

De participatiegraad bepaal je meteen bij de voorbereiding. Wees vooraf duidelijk tegenover de leerlingen over wat er met hun ideeën en voorstellen zal gebeuren. Dat appreciëren ze. Terugkoppelen is erg belangrijk. Als leerlingen in leerlingenraden hun mening geven en de school doet er niets mee, creëer je schijnparticipatie. Dat wil je niet, ook niet in je klas. Kom op de voorstellen van je leerlingen terug in de klas. Als je een aantal dingen niet kan doen, leg uit waarom en zoek opnieuw afstemming.

 

Positieve effecten

Uit het onderzoek bleek dat leerlingen zich beter voelden in de klas nadat ze inspraak kregen over wat daar gebeurt.  Ze ervaren dat ze meer te zeggen hebben en dat er meer naar hen wordt geluisterd. Bovendien neemt hun wil om meer te investeren in een vak in de klas toe omdat de leraar moeite doet om inspraak te geven. Ook qua leerinhouden – zelfs als ze wiskunde nog steeds niet fijn vinden – doen ze meer moeite omdat de leraar luistert naar hun mening. Leerlingen voelen zich meer betrokken. Leerlingen appreciëren heel erg dat leraren inspraak proberen te geven. Zelfs als het misloopt: ze zetten zich daarover, ook in moeilijke klassen. Ook de leraren die deelnamen aan het onderzoek merkten een positief effect op hun relatie met de leerlingen. Ze waren meer gemotiveerd om inspraak te geven en vonden de respons van leerlingen heel fijn: de leerlingen houden hen een spiegel voor. Ze getuigen van een fijnere dynamiek in de klas, zelfs de meer kritische leraren.

Verankeren op schoolniveau

Leraren proberen participatie in de klas enthousiast uit, maar om vol te houden, moet participatie ingebed zijn in de schoolcultuur. Als leraren zelf weinig inspraak ervaren en er is geen participatie op schoolniveau, creëren ze een participatie-eilandje in hun klas. Als het schoolklimaat hen stimuleert en de collega’s tonen interesse, houden ze vol.

Leraren moeten participatie voelen in alle aspecten van de school. Als dat niet het geval is, zullen ze het niet snel zelf proberen. Dan komt het erbovenop. Maar als ze kunnen samenwerken om dingen uit te proberen en steun van de directeur en collega’s krijgen, ontdekken ze dat inspraak geven de motivatie en het welbevinden bij hun leerlingen en henzelf een boost geeft.

Voor dit bericht hebben we ons gebaseerd op en geciteerd uit het interview dat verschenen is in Klasse. Op basis van de onderzoeksresultaten maakten de onderzoekers een praktische toolbox. Daarin vinden leerkrachten inspraakmethodes over leerklimaat, leefklimaat, feedback en evaluatie. 

https://www.klasse.be/250108/inspraak-klas-alle-leerlingen/?utm_source=Klasse+-+Nieuwsbrieven&utm_campaign=bafec9e7bf-Klasse_nieuwsbrief_2020_11_19&utm_medium=email&utm_term=0_b661ff641f-bafec9e7bf-418664333

Ook op onze website kan je terecht voor verschillende methodieken om participatief aan de slag te gaan:

https://www.schoolforrights.be/nl/lesmateriaal