Uit onderzoek van het Project Democratische Dialoog[1] blijkt dat leerkrachten en leerlingen  volgende thema’s aangeven als gevoelig om te bespreken in de klascontext:

  • Discriminatie (23%)
  • Religie (17%)
  • Seksualiteit (11%)
  • Taal (8%)
  • Culturele verschillen (6%)

Nu de lessen terug opstarten kunnen gevoelige thema’s als socio-economische ongelijkheid, religieuze gebruiken (denk aan de Ramadan) of moeilijke thuissituaties aan bod komen. Een les over een gevoelig thema bereid je best goed voor. Hier volgen alvast enkele tips:

 

  1. Creëer een veilig klimaat in de klas

Dit wil zeggen dat iedereen zijn/haar mening mag geven. Best worden hiervoor een aantal afspraken gemaakt:

  • We schelden niet.
  • We luisteren zonder oordeel te vellen.
  • We mogen het oneens zijn met elkaar maar dat wil niet zeggen dat je personen met een andere mening mag veroordelen. Vermijd dus opmerkingen zoals “Maar jij bent toch echt een…”. Gebruik liever “Wat jij zegt, vind ik niet oké omdat…”.
  • Niet iedereen moet zijn/haar mening geven.
  • We spreken vanuit onszelf. We vermijden veralgemeningen door zoveel mogelijk de ik- boodschap toe te passen.
  • Spreek met de klas enkele gesprekregels af (en indien nodig, herinner ze eraan tijdens het gesprek).

 

 

  1. Wees goed voorbereid

Ken je onderwerp. Lees je inhoudelijk in en denk zeker ook aan de actualiteit. Bepaal je eigen mening over het standpunt maar verken zeker ook de argumenten die mensen met andere standpunten geven.

Hierbij kan het ook nuttig zijn om ter voorbereiding te achterhalen wat de leerlingen weten of denken te weten over het onderwerp. Dit kan je eventueel doen met een korte woordenassociatie.

Je kan op voorhand meegeven dat de leerlingen volgende les aan een gevoelig thema zullen werken. Geef ook mee wat dit thema is, zo geef je de leerlingen de mogelijkheid en tijd om zich mentaal voor te bereiden.

Bedenk van tevoren hoe je het klaslokaal inricht indien je niet digitaal werkt. Met een kringopstelling creëer je bijvoorbeeld een vertrouwende en intieme sfeer, waarbij alle leerlingen elkaar kunnen aankijken.

 

  1. Ga samen op zoek naar antwoorden indien nodig

Rijzen er tijdens het gesprek vragen op waarop je niet onmiddellijk het correcte antwoord kan bieden, ga dan samen op zoek naar het antwoord. Dit versterkt de authenticiteit van het gesprek. Als leerkracht hoef je niet alle antwoorden te kennen en leerlingen hoeven je niet op je woord te geloven. Door samen antwoorden te zoeken, los je die problemen vanzelf op.

 

  1. Laat ruimte voor eigen getuigenissen, ervaringen en emoties

Een gevoelig onderwerp enkel rationeel aanpakken is zelden een goed idee. Berust het gesprek  op feiten en cijfers maar laat ook plaats voor emoties. Laat leerlingen het meer menselijke en persoonlijke aspect van het thema uiten. Als dit op een veilige manier gebeurt, is het een verrijkende ervaring voor iedereen. Het zal ook een hele hoop onuitgesproken frustraties vermijden. 

 

  1. Laat leerlingen hun eigen mening vormen

Dit kan je best doen onder de vorm van een dialoog in plaats van een debat. Bij een debat is het de bedoeling om de tegenpartij te overtuigen. Bij een dialoog draait het echter rond wederzijds begrip en respect. Dit geeft leerlingen de kans om de complexiteit van het onderwerp te laten inzien en te leren waarderen, en toont dat verschillende standpunten over hetzelfde onderwerp vredig kunnen samenleven. 

 

  1. Verzorg de sfeer van het gesprek

Herinner de leerlingen aan de gemaakte afspraken. Het is interessant om deze afspraken te visualiseren door ze op een zichtbare plaats te hangen tijdens het gesprek. Zorg er zeker voor dat iedereen die iets wil zeggen hier de kans toe krijgt, maar garandeer ook dat leerlingen die niets willen delen, zich hier niet toe verplicht voelen.

 

  1. Maak ruimte voor creativiteit

Soms voelen leerlingen na het behandelen van een gevoelig onderwerp de nood om hun mening bij te schaven, te onderbouwen of te uiten op een bepaalde manier. Moedig deze leerlingen zeker aan en toon interesse in wat ze ontwerpen.

 

  1. Grenzen stellen

Iedereen heeft recht op het uiten van zijn/haar eigen mening, maar haatdragende uitspraken en boodschappen die aanzetten tot geweld kunnen niet. Stel daarom duidelijke grenzen.

Zorg er wel voor dat je de boodschap begrenst en niet de persoon. Bijvoorbeeld: “Wat je nu zegt, vind ik niet kunnen want het is respectloos en kwetsend. Je mag altijd je mening geven maar dan wel op een beleefde manier.”

Geef zeker ook de andere leerlingen de kans hun meer gematigde mening te uiten. Jongeren laten zich liever/gemakkelijker beïnvloeden door (de mening van) hun peers dan door autoriteitsfiguren.

Indien het er echt verhit aan toe gaat, kan je best niet meteen in discussie gaan. Stel  aan iedereen voor om even tot rust te komen en goed na te denken over de eigen argumenten. Dan kunnen jullie eventueel tijdens de volgende les het gesprek opnieuw aangaan.

 

[1] https://www.erasmushogeschool.be/nl/ehblog/conflicthantering-eerst-hulp-bij-omgaan-met-gevoelige-themas-de-multiculturele-klas